Onlangs werd ik gevraagd of ik een lezing wil geven tijdens de Haarlemse Prinsjesdaglunch. Prinsjesdag valt dit jaar op dinsdag 16 september. Zes partijen, te weten Haarlems Dagblad, MKB-Haarlem, Beter Business Ondernemersplatform, IKH Waarderpolder, Gemeente Haarlem en Kennemer Business nodigen je uit om met jouw eigen bedrijf, met collega’s en zakenpartners, mee te doen aan deze bijzondere bijeenkomst. Uit de opbrengsten van dit evenement wordt een bijdrage geleverd aan Serious Request 2014 (met in december het Glazen Huis in Haarlem).
Tijdens de lezing zal ik uiteraard ook aandacht besteden aan ons nieuwe boek, “Deflatie in aantocht, vijf stappen om de komende crises te overleven”. Het evenement is openbaar, maar het aantal plaatsen is beperkt! Meer informatie over de kosten en tijdstippen vind je op de website: http://bit.ly/HaarlemsePrinsjesdaglunch.
Op dit moment leggen wij de laatste hand aan ons boek, Deflatie in aantocht, vijf stappen om de komende crises te overleven.
Het boek geeft zoals gezegd stappen om het heftigste deel van de Kondratieff-winter op een goede manier door te komen. Dat wil niet zeggen dat er niet meer stappen te bedenken zijn. En natuurlijk zijn er ook mensen die slimme tips of ideeën hebben die eigenlijk niet zouden misstaan in ons boek. Wat moeten we vooral doen of juist níet doen? Denk behalve aan financiële stappen ook aan níet-financiële maatregelen.
Dus waarom niet jouw crisistip in ons boek? Dit is de gedachte: aan het einde van ons boek nemen wij crisistips op die door lezers (én niet-lezers) zijn ingestuurd. Aangezien de achtste druk van het boek nog opgemaakt moet worden, kunnen wij tips die tussen nu en de komende drie weken worden toegezonden, opnemen in het boek. Uiteraard maken we wel een selectie van de beste tips. En voor de ALLERbeste tips geldt dat zij het boek gratis krijgen toegestuurd!
Meedoen? Stuur dan binnen drie weken jouw crisistip naar deflatieinaantocht@gmail.com. Vermeld ook je adres zodat wij je, áls je wint, ook het boek kunnen toesturen.
We hopen uiteraard op veel mooie, unieke crisistips in ons nieuwe boek, Deflatie in aantocht, waarvan je het eerste hoofdstuk gratis kunt downloaden, klik hier.
In ons nieuwe boek ‘Deflatie in aantocht, vijf stappen om de komende crises te voorkomen’, dat in september 2014 uitkomt, besteden wij een heel hoofdstuk aan de grote kans dat we in de komende jaren opnieuw geconfronteerd worden met een nieuwe, alomvattende oorlog. Wij baseren ons daarbij op de cyclus van Professor R.H. Wheeler.
Raymond Wheeler, hoogleraar psychologie aan de universiteit van Kansas in de jaren ’30 tot ’50 van de vorige eeuw, bestudeerde 20 eeuwen klimaatveranderingen en concludeerde dat er een 100-jaarsklimaatcyclus bestaat die de menselijke (inclusief business)activiteiten hier op aarde duidelijk beïnvloedt. De klimaatveranderingen hangen samen met de toe- en afnemende activiteit van de zon en zijn zichtbaar in de hoeveelheid zonnevlekken. De 100-jaarscyclus kent weer vier subfasen: warm-nat, warm-droog, koud-droog en koud-nat. Michael Zahorchak bewerkte in 1983 Wheeler’s boek “Climate: The Key to Understanding Business Cycles” en gaf het opnieuw uit.
De bekende Amerikaanse website Zerohedge vroeg zich al af of de crash van de MH17 een soortgelijk kantelmoment en aanleiding kan worden voor een nieuwe oorlog als honderd jaar geleden… toen werd op 28 juni 1914 de Oostenrijkse kroonprins Franz Ferdinand (zie foto) en zijn vrouw Sophie doodgeschoten door een Bosnisch-Servische separatist. Het bleek de aanleiding voor de Eerste Wereldoorlog te zijn. Nederland was ten tijde van die oorlog neutraal. Toch heeft de Eerste Wereldoorlog grote invloed gehad op het politieke, economische en sociale leven in Nederland. Er werd namelijk niet alleen een militaire, maar ook een economische strijd gevoerd. Nederland bleef onpartijdig, maar niet afzijdig. Ons land kon het oorlogsgeweld ontwijken, maar de gevolgen niet ontlopen. Door zijn open economie en centrale ligging kreeg iedere Nederlander met de oorlog te maken, of hij nu wilde of niet. Want de twee machtigste rivalen in de strijd, Duitsland en Groot-Brittannië, waren ook onze buurlanden. We konden van twee kanten worden aangevallen en werden economisch door beide partijen bedreigd. We zaten dus in de tang. Jarenlang.
Eric’s boek verschijnt maandag aanstaande. En dat is geen toeval. Maandag 28 juli is het namelijk precies 100 jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak: de ‘oercatastrofe’ van de 20ste eeuw. De 100-jaarscyclus zou zich, met andere woorden, dit jaar kunnen herhalen. Meer daarover in ons nieuwe boek, Deflatie in aantocht, waarvan je het eerste hoofdstuk gratis kunt downloaden, klik hier.
Eric Mecking schreef in 2005 “Deflatie in aantocht”. Aanvankelijk kreeg het boek weinig aandacht en liep menigeen met een wijde boog om het boek heen. Nadat Eric in 2008 een geactualiseerde versie van het boek schreef en in het najaar van 2008 duidelijk werd dat er meer aan de hand was dan een gemiddelde recessie, nodigde Wim Brands van het VPRO-programma ‘Boeken’ hem uit om over het boek te vertellen. Hieronder de uitzending, die aan actualiteit nog niets heeft ingeboet.
Ruim twee maanden geleden hield ik in België een voordracht op het symposium van Goldonomic. Speciaal voor de bijeenkomst was ook de Amerikaan Peter Schiff overgekomen. Het was een geanimeerde bijeenkomst met veel discussie en informatie-uitwisseling ter voorbereiding op de volgende grote crisis.
Peter Schiff is in de VS bekend van radio en televisie en schrijver van diverse boeken, zoals Crashproof en The Real Crash. Al ver voordat de crisis in 2008 uitbrak, volgde ik hem en wist ik dat hij gelijk had en dat er een crisis zou aankomen die we in jaren niet gezien hadden. Toen de crisis er was, viel het me op dat kranten vooral die analisten, hoogleraren en economen aan het woord lieten die de hele crisis niet hadden zien aankomen, laat staan ervoor hadden gewaarschuwd. Om die reden vond ik het dan ook nodig een ingezonden brief naar het FD te sturen, waarin ik ook Peter Schiff met name noemde. De kop van die inzending luidde: ‘Nieuwe zeepbel heet Keynes’:
De eerste alinea luidt als volgt:
“Keynesiaans gedachtegoed siert regelmatig de pagina’s van het FD. Tijd voor een tegengeluid. In de afgelopen jaren is door vooral economen van de Oostenrijkse School (Ludwig von Mises Institute) herhaaldelijk gewaarschuwd voor de onhoudbare, kredietgedreven, boom in de economie en op de financiële
markten. In 2005 en 2006 werd Peter Schiff (schrijver van het boek Crash Proof) op CNN door andere analisten uitgelachen op het moment dat hij waarschuwde voor een naderende economische aardverschuiving. De oplossingen die dezelfde Schiff thans aandraagt worden in de wind geslagen en in het FD zelfs getypeerd als ‘naïef’ (FD Geld, 20 december 2008). Anderhalf jaar na de start van de kredietcrisis gaat een groot deel van de zendtijd nog altijd uit naar die hoogleraren en economen die de aanstormende trein compleet gemist hebben en haar in de loop van 2008 zelfs nog afdeden als een bagatel.”
Er is intussen niet veel veranderd. We zien in interviews nog altijd dezelfde hoogleraren, analisten en economen verschijnen die de hele crisis destijds niet zagen aankomen. Als je als analist eenmaal een plekje hebt veroverd in het gilde van commentatoren, word je steevast opnieuw geïnterviewd. Zo wist Jaap van Duijn eind 2007 te melden: ‘Die andere crisis van 2007, de kredietcrisis, zullen we in 2008 vergeten zijn.’ Zoals we weten is het iets anders gelopen, maar niettemin zien we Van Duijn nog geregeld geïnterviewd worden over de (krediet)crisis.
Dit is des te meer van belang omdat we nu zijn aanbeland in een fase die vergelijkbaar is met de periode voorafgaand aan 2007-2008. De verkopen op de huizenmarkt, die sinds 2008 dramatisch waren ingezakt, nemen toe en alom wordt geclaimd dat er sprake is van een herstel op de huizenmarkt en sterker nog, we lezen regelmatig ‘dat het herstel doorzet’. Het belangrijkste herstel zit echter in de omzetten van makelaars die garen spinnen bij het hernieuwde optimisme in de media. Wanneer ik kanttekeningen plaats bij dit herstel, word ik meestal ongelovig aangekeken. We hebben de crisis toch wel zo’n beetje gehad, krijg ik steevast te horen.
Op de bijeenkomst in België had ik speciaal voor de Belgische aanwezigen een analyse gemaakt van de Belgische huizenmarkt. Anders dan in Nederland heeft de huizenmarkt daar nog amper een terugslag gezien. Met behulp van sterk dalende demografische gegevens liet ik zien dat de vooruitzichten voor België niet zo rooskleurig zijn en dan druk ik me voorzichtig uit. Die daling komt, met hoeveel is lastig in te schatten. Niettemin deed ik met onderstaande grafiek en wat technische analyse een poging.
Met een terugkeer naar de steunlijn gaat er al gauw zo’n 40 procent vanaf. Ik kon merken dat de hausse in de Belgische huizenmarkt nog flink huishield, want de meeste opmerkingen en vragen gingen daarover. Of ik de immigratiecijfers van België wel had meegenomen en of de situatie in België niet heel anders was dan in Nederland. Ik herinner me soortgelijke reacties toen ik bij lezingen in 2008 zei dat de Nederlandse huizenmarkt flinke klappen zou krijgen: de rente was laag, de vraag was groot en geen ander land had hypotheekrenteaftrek zoals wij dat hadden. Alle destijds aangedragen argumenten konden echter niet voorkomen dat de huizenprijzen in Nederland met 20 procent daalden.
Maar zoals gezegd, het ongeloof is nu opnieuw aanwezig. We worden voor gek verklaard totdat de volgende grote(re) crisis er is. Voor interviews worden dan weer gewoon de analisten gevraagd die de vorige crisis ook niet aan zagen komen. En opvallend genoeg blijkt dan ineens dat iedereen ook deze crisis voorspeld had. Dus om te voorkomen dat mensen ons niet geloven, hebben we het vastgelegd in een nieuw, geheel herschreven, boek: “Deflatie in aantocht, vijf stappen om de komende crises te voorkomen”. In september verschijnt het in de 8e druk. Gratis het eerste hoofdstuk downloaden? Ga naar de website Als geld je lief is.
Vandaag verschijnt in Fondsnieuws een artikel over de rijken die wel 20 procent beleggen in illiquide, maar waardevaste assets. Voor het artikel ben ik ook geïnterviewd.
De lage rente in combinatie met de angst voor de gevolgen van een aanhoudend expansief verruimingsbeleid door de autoriteiten maakt dat mensen met vermogens boven de 5 miljoen euro steeds vaker uitwijken naar ‘veilig gewaande spullen’.
Niet iedereen gaat zo bedachtzaam om met zijn vermogen. Er zijn ook bemiddelde particulieren die vrezen dat we aan de vooravond staan van een financiële crisis die de vorige op alle fronten zal overtreffen. ‘Ik heb een klant die al jaren heel bezorgd is en over niets anders kan praten’, zegt vermogensadviseur Elmer Hogervorst. ‘Een substantieel deel van zijn vermogen zit in zilver. Hij kiest dit edelmetaal omdat het industrieel wordt gebruikt en zich buiten het banksysteem bevindt. Zijn vrouw moet voorkomen dat hij tegen iedereen begint over de voordelen van zilver’, aldus Hogervorst, die regelmatig winnaars van de Staatsloterij begeleidt.
Zaterdag 24 juni 2014 verscheen in diverse kranten een bericht van de Rabobank over de toekomst van de huizenmarkt. Hoeveel waarde moeten we aan de voorspellingen van de Rabobank hechten?
Volgens onderzoek van de Rabobank lijken de huizenprijzen te zijn ‘uitgebodemd’ en wordt voor dit jaar en volgend jaar een gemiddelde prijsstijging van zo’n 2 procent verwacht. En dat kan volgens econoom Paul de Vries van de bank nog hoger uitvallen ‘omdat de woningen nu door de crisis eigenlijk te goedkoop zijn en dus nog wat harder in prijs kunnen stijgen’, met als gevolg dat de komende twee jaar 213.000 huishoudens weer ‘boven water’ komen. Dit ‘boven water’ komen kan volgens hem een belangrijk psychologisch effect hebben op de consument, waardoor uitgaven niet meer geremd worden en extra aflossingen zullen afnemen.
Een opvallend bericht. De Rabobank heeft immers vorig jaar aangegeven geen voorspellingen meer te zullen doen. De voorspellingen zaten er steeds gigantisch naast: sinds 2008 werd het herstel al aangekondigd terwijl de huizenmarkt maar bleef doordalen. Nu voor het eerst in een deel van het land een kleine prijsstijging wordt waargenomen, viert het opportunisme weer hoogtij en weet de Rabobank haar vaste mantra (‘bodem in zicht, herstel komt eraan’) weer uit de hoge hoed te toveren.
En je vraagt je af waarom. Voorlopig wijst niets er namelijk op dat de huizenmarkt is uitgebodemd en dat we op weg zijn naar nieuwe, hogere prijsniveaus. Wat we weten van financiële en economische markten is dat psychologie een belangrijke rol speelt. En die psychologische gemoedstoestand van mensen beweegt in cycli. Dat de markt na een flinke daling weer iets opveert, is niet vreemd. En ongetwijfeld kan de huizenmarkt de komende periode nog wel iets meer stijging laten zien. Maar of dat nu betekent dat de huizenprijzen dit jaar en volgend jaar met 2 procent en mogelijk nog meer gaan stijgen: het is gewoon een gok van de Rabobank en niet meer dan dat. De onderbouwing ontbreekt en de opmerkingen die gemaakt worden, zijn niet sterk. ‘De woningen zijn nu door de crisis eigenlijk te goedkoop’. Hoezo? Waaruit blijkt dat dan? En wat is de definitie van ‘goedkoop’?
Het is vooral ‘wishful thinking’. Zolang de gemiddelde woningprijs nog altijd bijna een zevenvoud is van het modale inkomen in Nederland, is een ‘gemiddelde’ woning duur, om niet te zeggen schreeuwend duur. Een positief psychologische effect van boven water komen, lijkt ons vooral gebaseerd op hoop. Tot nu toe heeft het onder water geraken vooral gezorgd voor een flink hand-op-de-knip-effect. De Nederlander bezuinigt op alle fronten, van boodschappen tot vakanties en van dure consumptiegoederen tot garageherstelwerkzaamheden. Er moet naar onze mening nog heel wat ten positieve veranderen willen we weer meer gaan uitgeven en dat zien we – behalve misschien tijdelijk – niet gebeuren.
Sterker nog, wat ons betreft is het zelfs kwalijk dat een bank – als groot belanghebbende bij een prijsstijging – zulke quasi-positieve berichten rondstrooit. Deze crisis is nog lang niet voorbij en het effect kan zijn dat mensen zich toch weer laten verleiden een nieuw huis te kopen, mogelijk met een grotere hypotheek. Over een paar jaar komen ze, bij de nog veel grotere crisis die wij tussen 2016 en 2020 verwachten, zeer waarschijnlijk in de problemen. Hoe ethisch en verantwoord is het dan als bank, ja zelfs als een soort vertrouwenspersoon, mensen de schulden in te jagen? Als bankiers de afgelopen jaren iets hebben kunnen leren, is het wel dat ze niet zo populair meer zijn. Wat ons betreft zouden ze wat meer terughoudendheid moeten betrachten en hun toekomstvisies gewoon achterwege moeten laten, want zo geweldig waren die niet, de afgelopen vijf, zes jaar.
In ons nieuwe boek hebben wij een apart hoofdstuk ‘Huilen met de huizen’ opgenomen. De titel is niet toevallig gekozen, omdat er nog aardig wat tranen zullen gaan vloeien. Dat prachtige stulpje blijkt komende jaren een blok aan het been te zijn dat we aan de straatstenen niet kwijtraken. Vooral omdat opnieuw veel mensen gedwongen zullen worden hun huis te verkopen, al dan niet via een huizenveiling.
Aan de hand van grafieken en demografische gegevens laten wij in onze nieuwe boek zien dat de huizenmarkt niet uitgebodemd is, maar nog veel verder gaat dalen. Het aantal verkopers zal komende jaren fors toenemen, terwijl het percentage potentiële kopers sterk daalt. De demografische cijfers zijn onmiskenbaar en liegen er niet om.
Wat we tot nu toe meegemaakt hebben, is kinderspel vergeleken bij wat er nog aankomt. Voorbereiding is alles, passief afwachten kan u veel financieel leed bezorgen. We hebben afgelopen jaren boven onze stand geleefd en daar zullen we nog jarenlang voor moeten boeten. Maar de meeste mensen denken vaak dat het wel weer overwaait, zeker nu het recente nieuws zo positief lijkt. Ze zoomen flink in op een tijdelijk opleving van de huizenmarkt en zijn niet in staat om los van de kudde te gaan staan. Dat is op zich logisch want de mens als kuddedier voelt zich het prettigst als ‘iedereen’ in zijn omgeving bevestigt wat hij denkt, in dit geval dat het herstel eraan komt. Een dier dat ver van de kudde staat, krijgt alleen maar signalen dat hij deel moet uitmaken van die kudde. Voor de huizenbezitter is het in deze tijd niet anders: nu verkopen en gaan huren? Ze verklaren je voor gek! Nee ze hebben liever een hypothecaire molensteen om hun nek dan broodnodige flexibiliteit wanneer die enorme schuldenpuist toch zwaarder blijkt te wegen dan verwacht.
Je moet het dak repareren als de zon schijnt. Het is zo’n mooi gezegde. Hoe kunnen we de lezer meer bij de les krijgen dan via stevige taal? Ons nieuwe boek heeft absoluut niet als doel u de put in te praten maar u te helpen voor te bereiden op nog slechtere tijden. Niets meer en niets minder. We vrezen dat velen ook nu hun schouders zullen ophalen onder het motto ‘het zal mijn tijd wel duren’. Dat zou buitengewoon spijtig zijn. Daarom: repareer dat dak! Nu!
Gratis het eerste hoofdstuk downloaden van Deflatie in aantocht dat in september (8e druk) verschijnt? Klik hier: http://bit.ly/AlsGeldJeLiefIs.
In reactie op ons vorige artikel schrijft iemand: “Leuk artikel maar u voorspelt deflatie sinds 2005 en die blijft maar uit, hoe legt u dat uit?”
De vraag is enerzijds terecht, anderzijds is hij ook kenmerkend voor het kortetermijndenken waar wij allen last van hebben. Sinds 2008 hebben we het over ‘de crisis’. Al zes jaar komt deze term boven tafel zodra we het over de economische toestand in de wereld hebben. Gedurende die tijd gaan er veel bedrijven failliet, daalt de huizenmarkt en hebben ondernemers last van ‘vraaguitval’ omdat de consument de hand op de knip houdt. Deflatie is feitelijk niets anders dan vraaguitval. En deze uitval wordt komende jaren nog veel groter. Kijken we naar de inflatiecijfers in Europa, dan zien we de voorbode daarvan.
Afgelopen drie jaar daalde de Europese inflatie van 3,3% naar 0,6% in mei 2014. Het zijn slechts drie jaar uit een veel grotere beweging. Sinds 1980 daalt de inflatie. Toen nog 12%- 13%, nu dus dichtbij het nulpunt.
In de nieuwe 8e druk van ons boek Deflatie in aantocht laten wij zien dat deze crisis nog tot 2020-2023 gaat duren. Voor de komende jaren verwachten wij dan ook dat deflatie zijn ware gezicht zal laten zien. De gevolgen laten zich raden, maar die zullen niet fijn zijn voor wie niet is voorbereid. Daarom komen wij in het boek met ‘vijf stappen om de komende crises te overleven’. Wees voorbereid!
Net als mijnwerkers die bij het delven van goud met pikzwarte duisternis worden geconfronteerd, tasten ook beleggers vaak in het duister bij de handel erin.
zo 08 jun 2014, 11:19
Belegger gretig op goud ondanks grote verliezen in 2013
Beleggen in het duister
Theo Besteman
Beleggers in goud tasten vaak in het duister. „Niemand begrijpt de goudprijs”, zei Fed-topman Ben Bernanke in 2013. Zijn opvolger Janet Yellen „kent geen model om de goudprijs echt te doorgronden”. Vorig jaar verloren beleggers in goud 28%. Toch geldt het weer als veilige haven, met dit jaar circa 4% prijstoename. Waarom gaat het door de jaren toch zo vaak fout?
De financiële crisis sinds 2007, het bloedige Oekraïne-conflict, de nog prille groei in de Verenigde Staten en tegenvallende koers-winstverhoudingen bij beursgenoteerde bedrijven in Europa lieten beleggers, ondanks het blauwe oog van 2013, toch weer uitwijken naar goud. Ze zitten in derivaten, zoals opties en turbo’s, in trackers, maar ook in munten of baren goud.
Voorstanders van goudbeleggingen wijzen op de met vallen en opstaan opgebouwde historische prijspiek van 2012 op $1772 per troy ounce (31,1 gram goud). Hun argument: het mag een wilde rit zijn, uiteindelijk gaat goud omhoog.
Zeker goldbugs, de stoïcijnse gelovers in goud, zien steeds meer signalen dat de Amerikaanse dollar als centrale munt verdwijnt. Dit vanwege de hoge schulden, de groeiende macht van China en het verval van de VS in de wereld. Beleggers zouden daardoor voor goud als laatste zekere waarde kiezen.
Slam dunk sell
Sceptici wijzen echter op het gapende gat tussen 1979 en 2000: goudbeleggers raakten toen 70% kwijt. ABN Amro bijvoorbeeld ziet goud hooguit op $900, Goldman Sachs-analist Jeffrey Currie noemt goud zelfs een ’slam dunk sell’, een 100% zekere daling. Een ounce zal hoogstens nog $1050 opleveren, stelt hij. Op dit moment noteert een ounce rond $1250.
De waardeontwikkeling van goud is lastig te doorgronden, waarschuwde de Vereniging van Effectenbezitters onlangs. Anders dan aandelen en obligaties heeft het metaal geen contante opbrengsten, die richting zouden kunnen geven. Rente noch dividend. De mistige prijsvorming van goud verwart zelfs Bernanke en Yellen. Ook als vluchtheuvel tegenover de dollar is goud niet altijd een garantie. De wet: een dalende dollar betekent een stijgende goudprijs, gaat lang niet altijd op.
Onberekenbaar
Goud is een onberekenbare, volatiele en zeker geen standaardbelegging. Neem maandag 26 mei, Memorial Day. Er was geen officiële handel. Toch steeg de spotgoudprijs ineens sterk naar $1312, en viel daarop terug naar $1275. Zonder sluitende verklaring. Een reden was vermoedelijk het gebrek aan liquiditeit. Het edelmetaal ging die dag door alle gemiddelden heen, volgens Morgan Stanley ’historisch ongekend’. Deze uitschieters worden echter telkens en snel gecorrigeerd door onbekende marktpartijen met grote aan- en verkopen.
„Dat de goudprijs wordt gemanipuleerd is al jaren duidelijk”, zegt fiscaal jurist Elmer Hogervorst, met Eric Mecking auteur van het historisch overzicht ’Geld, goud en zilver’. „Niet door centrale banken, want die bezitten zelf goud en zouden zich met prijsdalingen in de vingers snijden. Eerder door grootbanken, voor de quick buck, de kortetermijnwinst.”
Na de veroordeling van Barclays wegens manipulatie van de goudprijs – de bank moest een boete van 26 miljoen Britse pond betalen – ontdekte de Financial Times deze week een ’routinematig’ breed patroon onder handelaren om de goudprijs te manipuleren.
Particuliere beleggers moeten dus op hun hoede zijn voor mysterieuze fluctuaties. Zij betalen vaak de prijs voor deze manipulaties. Ook trekt zo’n mistige markt malafide bedrijven aan zoals veilingsites zonder vergunning, waarschuwde toezichthouder AFM deze week.
Banken
Beleggers kunnen in de goudmarkt ook niet blind varen op de centrale banken. Die brengen volgens vijfjaarsafspraken hoogstens een vooraf afgesproken hoeveelheid fysiek goud in de markt. Dit beperkt het aanbod van goud. Dat zou een goede prijsvorming kunnen hinderen.
De prijs wordt sowieso niet volledig door vraag en aanbod bepaald, aldus directeur Marleen Evertsz van GoldRepublic. „Het blijkt dat centrale banken zelf slechte beleggers zijn: ze verkochten bijna 400 ton per jaar – de afgesproken limiet – aan het begin van het millennium, toen de goudprijs rond $300 noteerde. Nu de goudprijs veel hoger staat, kopen sommige centrale banken zelfs weer goud aan. Ze verkopen dus laag en kopen hoog.”
Centrale banken besloten twee weken geleden hun verkooplimieten te verlagen. „Europese centrale banken hebben niet langer de behoefte de goudprijs te drukken met verkopen”, zegt goudexpert Frank Knopers van MarketUpdate. „Dat is positief voor goud, omdat er in opkomende markten als India en China nog steeds veel vraag bestaat.”
China
Of de enorme vraag uit China bij het huidige beperkte aanbod de goudprijs direct laat stijgen, durft Knopers niet te zeggen. Daarvoor is de markt te ondoorzichtig. „Maar zelfs in de jaren dat de banken 400 ton per jaar verkochten steeg de goudprijs. Ieder jaar”, nuanceert Evertsz. „Vanwege de toenemende vraag elders.”
Mensen die op de kortere termijn rendement zoeken binnen de goudsector, kunnen ook letterlijk terug naar de bron: de goudmijnen. Hun succes is dat ze zelfs bij een dalende goudprijs nog rendement kunnen bieden.
Mario Draghi van de ECB kondigde donderdag 5 juni enkele historische maatregelen aan die in de praktijk echter weinig effect zullen sorteren om de Europese economie aan te zwengelen en de deflatie, die in aantocht is, te bestrijden.
Wat zijn de drie belangrijkste maatregelen die Draghi aankondigde?
Ten eerste zullen voortaan banken die hun geld bij de ECB parkeren daarover 0,1% boeterente moeten betalen. Voor een centrale bank een historische stap omdat dit nog nooit eerder is vertoond. Dat banken moeten betalen als hun geld bij de centrale bank blijft staan. Behalve een historische stap is het natuurlijk meer een psychologische en symbolische actie. Want wat stelt 0,1% nu voor. Bovendien hebben banken hun geld bij de ECB al teruggebracht van 700 miljard euro in 2012 naar 30 miljard nu.
De tweede maatregel is de renteverlaging van 0,25 naar 0,15%. Ook hier hetzelfde laken een pak: een minuscule verlaging van 0,1% die ook nu weer meer van historische dan praktische waarde is. Want nog nooit eerder verlaagde de ECB de rente naar zo’n laag niveau. Banken zullen echter echt niet meer gaan uitlenen en ook de lagere rente niet doorgeven aan hun klanten, zoals bij eerdere renteverlagingen ook al is gebleken.
De derde maatregel is dat banken in september en december opnieuw vrijwel gratis geld – dit keer 400 miljard euro – kunnen lenen. Wat in het verleden ook al vaker is gebeurd, maar ook weinig heeft uitgehaald omdat banken het gratis geld gebruikten om te beleggen in staatsobligaties. Het geld werd dus gebruikt waar het niet voor bedoeld was. Het was bedoeld om de economie te stimuleren. Deze blunder probeert de ECB deze keer te voorkomen door aan de gratis geldleningen de voorwaarde te verbinden dat banken het geld alleen gebruiken voor leningen aan het MKB. Maar deze toetsing zal pas over twee jaar plaatsvinden. In de tussentijd kan de bank ermee doen wat zij wil. Als dan blijkt dat het geld voor andere doeleinden, zoals obligaties is gebruikt, dan zullen banken het geld moeten terugbetalen. Desalniettemin zal ook deze maatregel weinig effect sorteren omdat banken niet verplicht worden om geld uit te lenen aan het MKB en ze dat ook niet zullen doen als ze weinig vertrouwen hebben dat ze hun geld terugkrijgen. Bovendien blijkt de Bank of England sinds 2012 al hetzelfde te doen en heeft dit tot nu toe nog weinig opgeleverd.
Natuurlijk liet Draghi niet achterwege om te vermelden dat hij nog meer maatregelen zal treffen indien bovengenoemde maatregelen niet het beoogde effect zullen hebben. Maar dat zegt Mario elke keer. En elke keer blijken de genomen maatregelen niet genoeg te zijn geweest. Dat zal daarom ook dit keer weer het geval zijn. Met dit verschil dat de deflatiedraak steeds dichterbij komt – de inflatie is 0,5% – en exclusief BTW nog slechts 0,3% – en in de komende jaren Super Mario zal verpulveren tot een Marionet.
Meer weten over de aanstormende deflatiedraak? Download dan alvast het eerste hoofdstuk van het boek dat ik met Elmer Hogervorst geheel herschreven heb: “Deflatie in aantocht, vijf stappen om de komende crises te overleven” (8e druk) op https://alsgeldjeliefis.nl. Verschijningsdatum: september 2014.